Belangrijke Belastingwijzigingen en Wetgevingsontwikkelingen voor Ondernemers
De derde dinsdag van september markeert Prinsjesdag, en dit jaar was het een bijzondere editie. Het demissionaire kabinet-Rutte IV heeft wegens de namelijk beperkte ruimte voor grootschalige plannen en financiële vrijgevigheid. Bovendien staan de overheidsfinanciën onder toenemende druk, en politieke partijen zijn al aan het voorsorteren op de Tweede Kamerverkiezingen in november. Dit vertaalde zich in wat politici graag een ‘beleidsarme’ begroting noemen, met weinig belangrijke besluiten. Hieronder een overzicht van enkele van de meest relevante plannen en maatregelen.
- MKB-Winstvrijstelling verder verlaagd
De MKB-winstvrijstelling zal vanaf 1 januari 2024 dalen van 14% naar 12,7%. Deze vrijstelling is een regeling die de belastbare winst vermindert na de ondernemersaftrek. Dit heeft invloed op ondernemers die gebruikmaken van deze regeling, aangezien zij een groter deel van hun winst of inkomen zullen belasten. Vooral ondernemers met hogere winsten worden financieel het zwaarst getroffen.
- Voortzetting verlaging zelfstandigenaftrek
Sinds 2020 wordt de zelfstandigenaftrek geleidelijk verlaagd, en in 2024 zal deze met €1280 dalen tot €3750. Tot 2027 zet deze verlaging door tot een bedrag van €900. Dit past in het bredere beleid om een gelijk speelveld tussen werknemers en zelfstandigen te creëren.
- Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding
In 2024 wordt de onbelaste kilometervergoeding verhoogd van €0,21 naar €0,23. Als ondernemer mag je dit bedrag van de winst aftrekken voor zakelijke ritten met een privé auto, motor of fiets. Als werkgever mag je dit ook onbelast aan je personeel vergoeden. Dat geldt voor woon-werkverkeer en andere zakelijke kilometers met een eigen vervoermiddel.
- Versobering Energie-investeringsaftrek
Investeer je in energiebesparende maatregelen en duurzame bedrijfsmiddelen? Dan kom je in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek (EIA), waarbij een percentage van de investeringskosten mag worden afgetrokken van de winst. De EIA voor ondernemers wordt verlengd tot 2028, maar het percentage dat daarbij kan worden afgetrokken daalt in 2024 van 45,5% naar 40%. De investering bedraagt minimaal €2500 en maximaal €136 miljoen. Het kan dus lonend zijn om in 2023 grote investeringen te doen om te profiteren van het hogere percentage.
- Wijzigingen in Box 1-inkomen
Het belastingtarief voor inkomen in Box 1 wordt gewijzigd. In 2024 betaalt men binnen die box 36,97% belasting over inkomen tot €75.624, een lichte stijging ten opzichte van 2023. Voor inkomen boven €75.624 blijft het tarief op 49,5%. Het bedrag van deze schrijfgrenzen stijgt dit jaar minder dan de inflatie, waardoor je eerder het hogere tarief van de tweede schijf bereikt.
- Wijzigingen in Box 2-inkomen
In 2024 wordt winst uit aandelen in een bedrijf belast in een tweeschijvensysteem, wanneer je 5% of meer van de aandelen in een bedrijf bezit. Tot €67.000 inkomen betaalt men 24,5% belasting, daarboven 31%. Voor winstuitkeringen tot ongeveer €106.000 is de belasting in Box 2 in 2024 lager dan in 2023, maar bij hogere winstuitkeringen betaalt men meer belasting. Het kan interessant zijn om opgespaarde winsten in je bedrijf nog in 2023 uit te keren.
- Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet
Werkgevers betalen in 2024 een werkgeversheffing zorgverzekeringswet van 6,57% over maximaal €71.624, een lichte daling ten opzichte van 2023. Zelfstandigen betalen een inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet van 5,32% over het maximale bijdrageloon van €71.624, ook een lichte daling. Je ontvangt de (voorlopige) aanslag voor de inkomensafhankelijk bijdrage zorgverzekeringswet gelijk met de (voorlopige) belastingaanslag.
- Verdere uitwerking wetgeving en handhaving
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt verder aan het wetsvoorstel om een duidelijker onderscheid te maken tussen zzp’ers en werknemers, met criteria zoals ‘gezag’, ‘inbedding’ en ‘zelfstandig ondernemerschap’. De Belastingdienst werkt aan verbeteringen in de handhaving om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Daarbij wordt er verder gewerkt aan het rechtsvermoeden van werknemerschap onder een uurtarief van €32,24. Bij een lager uurtarief geldt er een rechtsvermoeden van werknemerschap. Het is dan aan de werkgevende om te bewijzen dat dit niet zo is.
Kortom, Prinsjesdag 2023 bracht enkele belangrijke veranderingen met zich mee voor ondernemers en belastingbetalers. Het is raadzaam om deze wijzigingen in overweging te nemen en indien nodig met een adviseur te bespreken.